Prinsjesdag 2023 voor DGA's

Aanvullingen op de berichten in onze laatste nieuwsbrief over de belastingplannen 2024 en andere nieuwe regelgeving voor DGA's die tijdens Prinsjesdag zijn gepresenteerd. Heb je onze nieuwsbrief gemist? Meld je dan hier aan en we sturen het na.

 

Wettelijke basis voor gerepareerde doorschuifregeling bij terugkeer uit de bv 

Je kunt de onderneming in je bv zonder belastingheffing laten terugkeren van de vennootschapsbelasting (Vpb) naar de inkomstenbelasting (IB). Hierbij kun je de niet-verrekende verliezen in de Vpb meenemen naar de IB. Daarop vindt dan nog wel eerst een correctie plaats vanwege de tariefverschillen tussen de Vpb en de IB. In het Belastingplan 2023 had deze correctie moeten worden aangepast vanwege de wijziging van het lage Vpb-tarief, de aftopping van de aftrek mkb-winstvrijstelling en de gewijzigde IB-tarieven. Dat is toen niet gebeurd. Dit wordt nu gerepareerd met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023. Deze werkwijze krijgt een wettelijke basis.

Let op
De oude regels blijven van toepassing op projecten waarbij vóór Prinsjesdag 2023 een intentieovereenkomst was getekend én waarbij de levering van de aandelen vóór 1 januari 2030 plaatsvindt. 

 

Afschaffing giftenaftrek

Afschaffing giftenaftrekEen bv kan de giften aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) of aan een steunstichting sociaal belang behartigende instelling (SBBI) aftrekken van haar winst. De aftrek is wel gemaximeerd tot 50% van de winst met een maximum van € 100.000. Wordt meer geschonken, dan wordt dit beschouwd als een winstuitdeling aan de aandeelhouder. Voorgesteld is om de giftenaftrek af te schaffen. Daarmee wordt ook de bovenmatige gift niet meer als winstuitdeling aangemerkt.

Afschaffen onderscheid open en besloten CV

Nederland kent bepaalde rechtsvormen die men in het buitenland niet kent. Dergelijke kwalificatieverschillen kunnen ertoe leiden dat in Nederland een rechtsvorm wel als zelfstandig belastingplichtig wordt beschouwd, maar in een ander land niet. Dit is het geval bij een besloten en een open commanditaire vennootschap (CV). De open CV is belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting, de besloten CV niet. Dit onderscheid komt vanaf 2025 te vervallen. Alle CV’s zijn dan besloten en niet meer belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Belastingheffing vindt dan plaats bij de achterliggende commanditaire vennoten en niet bij de CV zelf. Voor bestaande belastingplichtige open CV’s komt er wel een overgangsregeling, waarbij de fiscale claim onder voorwaarden kan worden doorgeschoven. Daarnaast wil het demissionaire kabinet vanaf 2025 ook de kwalificatie van buitenlandse rechtsvormen aanpassen.

Aanpak vastgoedaandelentransacties

Aanpak vastgoedaandelentransactiesKoop je een nieuwe onroerende zaak? Dan ben je bij de levering 21% btw verschuldigd. Koop je een bestaande onroerende zaak? Dan ben je 10,4% overdrachtsbelasting (OVB) verschuldigd. Bij aankoop van een nieuwe onroerend zaak betaal je dus geen OVB en bij aankoop van een bestaande onroerende zaak geen btw. Dit wordt de samenloopvrijstelling genoemd. Deze regeling wordt ook ingezet bij de aankoop van nieuwe onroerende zaken via een aandelentransactie. Bij een dergelijke transactie worden de aandelen in een vastgoed-bv met daarin nieuw onroerend goed gekocht in plaats van de onroerende zaak zelf. Er is dan geen btw verschuldigd én geen OVB. Dat vindt de wetgever ongewenst en dus wordt voor deze situatie de samenloopvrijstelling aangepast. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen nieuwe onroerende zaken die gedurende 2 jaar na de verkrijging van de aandelen voor 90% of meer voor belaste prestaties worden gebruikt (denk aan hotels en supermarkten) en nieuwe onroerende zaken die voor minder dan 90% voor btw-belaste prestaties (denk aan vrijgestelde verhuur van woningen of zorgvastgoed) worden gebruikt. In het eerste geval is de koper bij de verkrijging van de aandelen geen btw verschuldigd en ook geen OVB. In het tweede geval is de koper bij de verkrijging van de aandelen 4% OVB verschuldigd. Deze nieuwe regels voor de samenloopvrijstelling moeten vanaf 1 januari 2025 in werking treden. 

Vastgoedmaatregel fiscale beleggingsinstellingen 

Een fiscale beleggingsinstelling (fbi) is een bv, nv of een fonds voor gemene rekening die zich bezighoudt met het beleggen van vermogen. Als zij aan de voorwaarden voldoet, bedraagt de vennootschapsbelasting 0%. Hiervoor hoeft de fbi geen verzoek te doen. Voorgesteld is om vanaf 2025 deze speciale regels aan te passen. Vanaf dat moment mag een fbi niet meer rechtstreeks beleggen in vastgoed. Haar winst wordt dan belast tegen het reguliere Vpb-tarief. Beleggen in aandelen van een vastgoeddochter-bv mag nog wel. Daarnaast mag de fbi zich niet bemoeien met het bestuur van een verbonden vastgoedlichaam. Ook wordt de financiering met vreemd vermogen beperkt en vervalt de bestaande uitbreiding van het begrip ‘beleggen in vermogen’, die betrekking heeft op investeringen in verbetering of uitbreiding van vastgoed. 

Flankerende maatregel
Bij deze vastgoedmaatregel wordt een flankerende maatregel voorgesteld in de overdrachtsbelasting (OVB). Het gaat daarbij om een voorwaardelijke OVB-vrijstelling in 2024 voor aankopen van vastgoed in het kader van herstructureringen die direct samenhangen met de vastgoedmaatregel. 

 

Definitie vrijgestelde beleggingsinstelling wijzigt

Naast een fbi bestaat er ook een vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi). Dit is een nv of fonds voor gemene rekening die zich bezighoudt met collectief beleggen. Zij kan de Belastingdienst verzoeken om vrijgesteld te worden voor de vennootschapsbelasting. Daarvoor moet zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Voorgesteld is om vanaf 2025 de definitie van ‘beleggingsinstelling’ aan te passen en te laten aansluiten bij de definitie van een beleggingsinstelling of instelling collectieve beleggingen in effecten (icbe), zoals bedoeld in de Wet op het financieel toezicht. Het vbi-regime vervalt daardoor voor het beleggen in privévermogen.  

Wijziging fonds voor gemene rekening

Een fonds voor gemene rekening (fgr) is een overeenkomst tussen meestal een beheerder van het fonds, een bewaarder van het fonds en participanten in het fonds. Die participanten brengen geld of vermogen in het fonds in, waarvoor zij participaties krijgen in het fonds. Het fonds belegt met het ingebrachte geld en vermogen. Voor elke participatie krijgt de participant een deel van de opbrengst van de beleggingen. Er zijn twee soorten fondsen voor gemene rekening: een besloten fgr en een open fgr. Een besloten fonds is niet belastingplichtig voor de Vpb en een open fgr is dat wel. Dit fonds meldt zich hiervoor aan bij de Belastingdienst. Voorgesteld wordt om ook de definitie van een fgr vanaf 2025 te laten aansluiten bij de definitie van een beleggingsinstelling of instelling collectieve beleggingen in effecten (icbe), zoals bedoeld in de Wet op het financieel toezicht. De gewijzigde definitie voor fgr betekent dat familiefondsen niet meer zullen kwalificeren als zelfstandig belastingplichtige voor de Vpb. Het fgr dat na de wijziging niet meer voldoet aan de definitie van fgr, moet op het tijdstip direct voorafgaand aan de wijziging alle vermogensbestanddelen aan haar participanten vervreemden. Vanaf dat moment worden de resultaten in de participatie zelfstandig bij de participant in de IB of Vpb betrokken.

Let op
Bij de definitie voor het fgr wordt overgangsrecht voorgesteld. In 2024 kan de fgr zonder belastingheffing vermogen overdragen aan de participanten. De belastingheffing wordt daardoor uitgesteld.